Vertaling van entrar

Inhoud:

Portugees
Nederlands
entrar {ww.}
inrijden
binnenrijden
entrar {ww.}
binnengaan 
ingaan
binnenlopen
É nosso costume tirar os sapatos antes de entrar na casa.
Het is ons gebruik om onze schoenen uit te doen voor we het huis binnengaan.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Eu consegui entrar.

Het is mij gelukt om binnen te komen.

Tom estava tentando não entrar em pânico.

Tom probeerde niet in paniek te raken.

Você deve entrar naquele ônibus para ir para o museu.

Om bij het museum te komen moet je die bus nemen.

É nosso costume tirar os sapatos antes de entrar na casa.

Het is ons gebruik om onze schoenen uit te doen voor we het huis binnengaan.