Vertaling van fazendeiro

Inhoud:

Portugees
Nederlands
fazendeiro {zn.}
landeigenaar
grondbezitter
camponês, fazendeiro {zn.}
boer  [m]
landman [m]
Uma vez havia um fazendeiro pobre na vila.
Er was eens een arme boer in het dorp.


Gerelateerd aan fazendeiro

camponês