Vertaling van festa

Inhoud:

Portugees
Nederlands
celebração, festa {zn.}
feest  [o]
partij [v]
fuif [v]
festiviteit [v]
Convidei-os à festa.
Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.
Eu encontrei Mary na festa, semana passada.
Ik kwam Mary tegen op het feest afgelopen week.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Convidei-os à festa.

Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.

Divirta-se na festa, John.

Veel plezier op het feestje, John.

A festa foi muito divertida.

Het feestje was echt leuk.

Eu encontrei Mary na festa, semana passada.

Ik kwam Mary tegen op het feest afgelopen week.

Quando o gato sai, os ratos fazem a festa.

Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.


Gerelateerd aan festa

celebração