Vertaling van fio

Inhoud:

Portugees
Nederlands
fio, gume, corte {zn.}
snede
scherp 
fio, linha {zn.}
garen [o]
draad  [m]
cordão, cordel, barbante, fio {zn.}
touwtje [o]
koordje [o]


Gerelateerd aan fio

gume - corte - linha - cordão - cordel - barbante