Vertaling van férias

Inhoud:

Portugees
Nederlands
férias {zn.}
vrije tijd
verlof 
vakantie  [v]
férias {zn.}
vakantie  [v]


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

As férias de verão acabaram.

De zomervakantie is voorbij.

Vou trabalhar durante as férias de primavera.

Ik ga werken tijdens de krokusvakantie.

Estou ancioso pelas férias de verão.

Ik kijk uit naar de zomervakantie.

Eu trabalhei numa agência de correios durante as férias de verão.

In de zomervakantie heb ik op een postkantoor gewerkt.