Vertaling van

Inhoud:

Portugees
Nederlands
 {bw.}
al
alvast 
reeds 
alreeds


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

chega!

Genoeg is genoeg!

volto.

Ik ben zo terug.

não tenho medo.

Ik ben niet meer bang.

Você tem filhos?

Heeft u al kinderen?

é terça-feira?

Is het al dinsdag?

não importa.

Het maakt niet meer uit.

Você solicitou emprego?

Heb je al eens gesolliciteerd?

Nós nos conhecemos.

We kennen elkaar al.

Ele disse sim.

Hij heeft al ja gezegd.

Você vai?

Ben je al weg?

Você escreveu livro?

Heeft u wel eens een boek geschreven?

Ele voltou?

Is hij al terug?

Ele partiu.

Hij is al weg.

Você foi preso?

Ben jij ooit wel eens gearresteerd?

são 11 horas.

Het is al elf uur.