Vertaling van nem
Voorbeelden in zinsverband
Nem uma coisa nem outra.
Noch het ene, noch het andere.
Não, nem por isso.
Neen, niet echt.
Este pássaro não vive nem no Japão nem na China.
Deze vogel leeft in Japan noch in China.
Eu não fumo nem bebo.
Ik rook noch drink.
Nem todos os pássaros voam.
Niet alle vogels kunnen vliegen.
Não quero nem um pouco de leite.
Ik wil helemaal geen melk.
Nem todas as crianças gostam de maçãs.
Niet alle kinderen houden van appels.
Não estou nem um pouco cansado.
Ik ben helemaal niet moe.
Não estou nem um pouco cansado.
Ik ben helemaal niet moe.
Não temos nem um pouco de açúcar.
We hebben geen suiker.
Eu não posso gastar nem um iene.
Ik kan het me niet veroorloven om ook maar één yen te verspillen.
Nem tudo que reluz é ouro.
Het is niet alles goud wat er blinkt.
Ele não machucaria nem uma mosca.
Hij zou geen vlieg kwaad doen.
Não tenho nem um pouco de medo.
Ik ben helemaal niet bang.
Eu não estou nem um pouco convencido.
Ik ben helemaal niet overtuigd.