Vertaling van passaporte

Inhoud:

Portugees
Nederlands
passaporte {zn.}
paspoort  [o]
pas  [m]
Posso ver seu passaporte?
Mag ik uw paspoort even zien?
Alguém roubou o meu passaporte.
Iemand heeft mijn paspoort gestolen.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Posso ver seu passaporte?

Mag ik uw paspoort even zien?

Alguém roubou o meu passaporte.

Iemand heeft mijn paspoort gestolen.

Posso ver seu passaporte, por favor?

Mag ik uw paspoort, alstublieft?

Você pode me mostrar seu passaporte, por favor?

Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?

Quando você estiver ficando parecido com a sua foto do seu passaporte, está na hora de tirar uma folga.

Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.