Vertaling van perguntar

Inhoud:

Portugees
Nederlands
indagar, interrogar, inquerir, perguntar, questionar {ww.}
vragen 
Posso perguntar teu nome?
Mag ik vragen hoe u heet?
Eu não vou te perguntar mais nada hoje.
Ik zal je vandaag verder niets vragen.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Posso perguntar teu nome?

Mag ik vragen hoe u heet?

Posso perguntar uma coisa?

Mag ik een vraag stellen?

Perguntar para ele não ajuda em nada.

Het heeft geen zin het hem nog eens te vragen.

Eu não vou te perguntar mais nada hoje.

Ik zal je vandaag verder niets vragen.

Ser surpreendido, se perguntar, é começar a entender.

Verbaasd zijn, zich verwonderen, is beginnen te begrijpen.

Senhora Ionescu, gostaria de lhe perguntar uma coisa.

Mevrouw Ionescu, ik zou u iets willen vragen.

Só me resta me perguntar se é do mesmo jeito com todo mundo.

Ik kan me alleen maar afvragen, of het hetzelfde is voor alle anderen.

Se alguém perguntar qual é o sentido da história, eu realmente não sei.

Mocht iemand vragen waar het in het verhaal om gaat, zou ik het echt niet weten.


Gerelateerd aan perguntar

indagar - interrogar - inquerir - questionar