Vertaling van presente

Inhoud:

Portugees
Nederlands
presente {zn.}
heden
tegenwoordige tijd 
Deixe o passado para trás e preocupe-se com o presente.
Laat het verleden achter je en zorg je maar voor het heden.
presente {bn.}
aanwezig 
present 
tegenwoordig 
actual, contemporâneo, presente, moderno {bn.}
huidig
tegenwoordig 
modern
brinde, dádiva, mimo, presente {zn.}
cadeau [o]
geschenk  [o]
gift [v]
schenking [v]
donatie  [v]
Ele me deu um presente.
Hij gaf me een cadeau.
Tom trouxe um presente para Mary.
Tom bracht een cadeau voor Mary.
hodierno, atual, presente {bn.}
hedendaags
huidig
van vandaag
huidige
modern [o]


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Ele me deu um presente.

Hij gaf me een cadeau.

Este presente é para você.

Het is een geschenk voor u.

Tom trouxe um presente para Mary.

Tom bracht een cadeau voor Mary.

Este é um presente para você.

Dit is een cadeau voor jou.

Em vez de ir eu mesmo, eu enviei um presente.

In plaats van zelf te gaan, stuurde ik een geschenk.

Deixe o passado para trás e preocupe-se com o presente.

Laat het verleden achter je en zorg je maar voor het heden.


Gerelateerd aan presente

actual - contemporâneo - moderno - brinde - dádiva - mimo - hodierno - atual