Vertaling van reger

Inhoud:

Portugees
Nederlands
administrar, gerir, reger {ww.}
toedienen
beheren 
administreren 
managen
bestieren
besturen 
administrar, gerir, reger {ww.}
toedienen
beheren 
besturen 
administreren 
dirigir, dominar, possuir, reger {ww.}
meester zijn
de baas zijn
dominar, governar, reger {ww.}
aansturen
regeren 
de scepter zwaaien
heersen
besturen 


Gerelateerd aan reger

administrar - gerir - dirigir - dominar - possuir - governar