Vertaling van russo

Inhoud:

Portugees
Nederlands
russo {bn.}
Russisch 
russo {zn.}
Rus [m]


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Ela sabe falar russo.

Zij spreekt Russisch.

Natasha é um nome russo.

Natasja is een Russische naam.

Russo é muito difícil de aprender.

Russisch is erg moeilijk te leren.

Ele pode fazer as duas coisas, falar e escrever russo.

Hij kan het Russisch zowel spreken als schrijven.