Vertaling van teu

Inhoud:

Portugees
Nederlands
teu, tua {pers. vnw.}
je
jouw 
jouwe
seu, teu, vosso {bez. vnw.}
uw
je
jouw 
jullie
jouwe
uwe


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Posso perguntar teu nome?

Mag ik vragen hoe u heet?

Onde teu avó vive?

Waar woont je opa?

Este livro é teu.

Dit boek is van jou.

Como foi o teu aniversário?

Hoe was uw verjaardag?

Eu aceito o teu desafio.

Ik accepteer uw uitdaging.

O teu inglês é impecável.

Jouw Engels is perfect.

Este é o teu livro?

Is dit uw boek?

Parece que o teu cão está com sede.

Het lijkt erop dat je hond dorst heeft.

''Qual é teu desejo?'', perguntou o pequeno coelho branco.

"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.


Gerelateerd aan teu

tua - seu - vosso