Vertaling van tio

Inhoud:

Portugees
Nederlands
tio {zn.}
oom  [m]
O meu tio gerencia um hotel.
Mijn oom runt een hotel.
Meu tio me deu uma câmera.
Mijn oom heeft mij een fototoestel gegeven


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Meu tio me deu uma câmera.

Mijn oom heeft mij een fototoestel gegeven

O meu tio gerencia um hotel.

Mijn oom runt een hotel.

Seu tio ainda está no exterior?

Is jullie oom nog steeds in het buitenland?

Tenho um tio que mora em Quioto.

Ik heb een oom die in Kyoto woont.

Eu vou visitar meu tio semana que vem.

Ik zal volgende week mijn oom bezoeken.

Recebi um telegrama dizendo que meu tio tinha chegado.

Ik ontving een telegram dat mijn oom aangekomen was.

O carro do meu tio é mais rápido que o meu.

De auto van mijn oom is sneller dan de mijne.