Vertaling van táxi

Inhoud:

Portugees
Nederlands
táxi {zn.}
taxi
Ele me chamou um táxi.
Hij riep een taxi voor mij.
Pegue um táxi para o hotel.
Neem een taxi naar het hotel.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Ele me chamou um táxi.

Hij riep een taxi voor mij.

Pegue um táxi para o hotel.

Neem een taxi naar het hotel.

Eu sou um bom motorista de táxi.

Ik ben een goede taxichauffeur.