Vertaling van verdade

Inhoud:

Portugees
Nederlands
verdade {zn.}
waarheid  [v]
Somente a verdade é bela.
Alleen de waarheid is schoon.
Deve-se sempre dizer a verdade.
Ge zoudt altijd de waarheid moeten zeggen.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

É verdade?

Is het waar?

Infelizmente é verdade.

Helaas is het waar.

Não pode ser verdade.

Dat kan niet waar zijn.

Isso não é verdade.

Dat is niet waar.

Não pode ser verdade.

Dat kan niet waar zijn.

Fantasmas existem de verdade?

Bestaan spoken echt?

Homens de verdade bebem chá.

Echte mannen drinken thee.

Isso não pode ser verdade.

Dat kan niet waar zijn.

Eu achei que fosse verdade.

Ik dacht dat het waar was.

Você sabe que é verdade.

Je weet dat het waar is.

Somente a verdade é bela.

Alleen de waarheid is schoon.

Isso não pode ser verdade.

Dit kan onmogelijk waar zijn.

Eu não sei se é verdade.

Ik weet niet of het waar is.

Vocês estão cansados, não é verdade?

Je bent moe, nietwaar?

Isso pode ou não ser verdade.

Het kan waar zijn of niet.