Vertaling van förarga ngsrik

Sorry, er is geen exacte vertaling gevonden in het Zweeds - Nederlands woordenboek

Vergelijkbare woorden

Zweeds
Nederlands
föranleda, förorsaka, orsaka {ww.}
aandoen
aanrichten 
stichten 
teweegbrengen
veroorzaken
anstöt, förargelse, förtrytelse, harm {zn.}
aanstoot [m]
ergernis [v]
verontwaardiging  [v]
förarga {ww.}
ergeren
verontwaardigen
förarga {ww.}
plagen 
pesten
föra {ww.}
besturen 
brengen 
leiden
geleiden
voeren 
förakta, missakta {ww.}
minachten
verachten
förakt {zn.}
minachting  [v]
schamperheid [v]
verachting [v]
versmading [v]