Vertaling van mer

Inhoud:

Zweeds
Nederlands
mer, mera {bw.}
meer 


Voorbeelden in zinsverband

Zweeds
Nederlands

Ät mer grönsaker.

Eet meer groenten.

Vad mer behöver du?

Wat heb je nog meer nodig?

Jag behöver mer tid.

Ik heb meer tijd nodig.

Vad mer kan ni göra?

Wat kan je nog meer doen?

Han var mer än en kung.

Hij was meer dan een koning.

Jag orkar inte lyssna mer på hennes klagomål.

Ik ben het beu om naar haar gezaag te luisteren.

Av någon anledning så känner jag mig mer levande på natten.

Om de één of andere reden ben ik 's nachts levendiger.


Gerelateerd aan mer

mera