Vertaling van rädd

Inhoud:

Zweeds
Nederlands
rädd {bn.}
bang 
beangst
beducht
bevreesd
vreesachtig


Voorbeelden in zinsverband

Zweeds
Nederlands

Han var rädd att du skulle skjuta honom.

Hij was bang dat je op hem ging schieten.

Var inte rädd för att göra misstag när ni pratar engelska.

Wees niet bang om fouten te maken als je Engels spreekt.