Vervoeging van carbonize
Onbepaalde wijs (infinitief): to carbonize
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it carbonizes
- they carbonize
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het verkoolt
- zij verkolen
Simple past
- he/she/it carbonized
- they carbonized
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het verkoolde
- zij verkoolden
Present perfect
- he/she/it has carbonized
- they have carbonized
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft verkoold
- zij hebben verkoold
Past perfect
- he/she/it had carbonized
- they had carbonized
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had verkoold
- zij hadden verkoold
Future
- he/she/it will carbonize
- they will carbonize
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal verkolen
- zij zult verkolen
Future perfect
- he/she/it will have carbonized
- they will have carbonized
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal verkoold hebben
- zij zult verkoold hebben
Conditional present
- he/she/it would carbonize
- they would carbonize
Conditionalis I
- hij/zij/het zal verkolen
- zij zullen verkolen
Conditional perfect
- he/she/it would have carbonized
- they would have carbonized
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben verkoold
- zij zullen hebben verkoold