Vervoeging van desistir
Onbepaalde wijs (infinitief): desistir
				
				Spaans
Nederlands
Indicativo presente
- yo desisto
 - tú desistes
 - él/ella desiste
 - nosotros desistimos
 - vosotros desistís
 - ellos/ellas desisten
 
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik geef op
 - jij geeft op
 - hij/zij/het geeft op
 - wij geven op
 - jullie geven op
 - zij geven op
 
Indefinido
- yo desistí
 - tú desististe
 - él/ella desistió
 - nosotros desistimos
 - vosotros desististeis
 - ellos/ellas desistieron
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik gaf op
 - jij gaf op
 - hij/zij/het gaf op
 - wij gaven op
 - jullie gaven op
 - zij gaven op
 
Pretérito perfecto compuesto
- yo he desistido
 - tú has desistido
 - él/ella ha desistido
 - nosotros hemos desistido
 - vosotros habéis desistido
 - ellos/ellas han desistido
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opgegeven
 - jij hebt opgegeven
 - hij/zij/het heeft opgegeven
 - wij hebben opgegeven
 - jullie hebben opgegeven
 - zij hebben opgegeven
 
Pluscuamperfecto
- yo había desistido
 - tú habías desistido
 - él/ella había desistido
 - nosotros habíamos desistido
 - vosotros habíais desistido
 - ellos/ellas habían desistido
 
Voltooid verleden tijd
- ik had opgegeven
 - jij had opgegeven
 - hij/zij/het had opgegeven
 - wij hadden opgegeven
 - jullie hadden opgegeven
 - zij hadden opgegeven
 
Futuro I
- yo desistiré
 - tú desistirás
 - él/ella desistirá
 - nosotros desistiremos
 - vosotros desistiréis
 - ellos/ellas desistirán
 
Toekomende tijd I
- ik zal opgeven
 - jij zult opgeven
 - hij/zij/het zal opgeven
 - wij zullen opgeven
 - jullie zullen opgeven
 - zij zullen opgeven
 
Futuro perfecto
- yo habré desistido
 - tú habrás desistido
 - él/ella habrá desistido
 - nosotros habremos desistido
 - vosotros habréis desistido
 - ellos/ellas habrán desistido
 
Toekomende tijd II
- ik zal opgegeven hebben
 - jij zult opgegeven hebben
 - hij/zij/het zal opgegeven hebben
 - wij zullen opgegeven hebben
 - jullie zullen opgegeven hebben
 - zij zullen opgegeven hebben
 
Condicional
- yo desistiría
 - tú desistirías
 - él/ella desistiría
 - nosotros desistiríamos
 - vosotros desistiríais
 - ellos/ellas desistirían
 
Conditionalis I
- ik zou opgeven
 - jij zou opgeven
 - hij/zij/het zou opgeven
 - wij zouden opgeven
 - jullie zouden opgeven
 - zij zouden opgeven
 
Condicional perfecto
- yo habría desistido
 - tú habrías desistido
 - él/ella habría desistido
 - nosotros habríamos desistido
 - vosotros habríais desistido
 - ellos/ellas habrían desistido
 
Conditionalis II
- ik zou hebben opgegeven
 - jij zou hebben opgegeven
 - hij/zij/het zou hebben opgegeven
 - wij zouden hebben opgegeven
 - jullie zouden hebben opgegeven
 - zij zouden hebben opgegeven
 
Imperativo presente
- tú desiste
 - vosotros desistid
 
Imperatief
- jij geef op
 - jullie geeft op