Vervoeging van spegnere
Onbepaalde wijs (infinitief): spegnere
				
				Italiaans
Nederlands
Presente
- io spengo
 - tu spegni
 - lui/lei/Lei spegne
 - noi spegniamo
 - voi/Voi spegnete
 - loro/Loro spengono
 
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik blus
 - jij blust
 - hij/zij/het blust
 - wij blussen
 - jullie blussen
 - zij blussen
 
Imperfetto
- io spegnevo
 - tu spegnevi
 - lui/lei/Lei spegneva
 - noi spegnevamo
 - voi/Voi spegnevate
 - loro/Loro spegnevano
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik bluste
 - jij bluste
 - hij/zij/het bluste
 - wij blusten
 - jullie blusten
 - zij blusten
 
Passato prossimo
- io ho spento
 - tu hai spento
 - lui/lei/Lei ha spento
 - noi abbiamo spento
 - voi/Voi avete spento
 - loro/Loro hanno spento
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geblust
 - jij hebt geblust
 - hij/zij/het heeft geblust
 - wij hebben geblust
 - jullie hebben geblust
 - zij hebben geblust
 
Trapassato prossimo
- io avevo spento
 - tu avevi spento
 - lui/lei/Lei aveva spento
 - noi avevamo spento
 - voi/Voi avevate spento
 - loro/Loro avevano spento
 
Voltooid verleden tijd
- ik had geblust
 - jij had geblust
 - hij/zij/het had geblust
 - wij hadden geblust
 - jullie hadden geblust
 - zij hadden geblust
 
Futuro semplice
- io spegnerò
 - tu spegnerai
 - lui/lei/Lei spegnerà
 - noi spegneremo
 - voi/Voi spegnerete
 - loro/Loro spegneranno
 
Toekomende tijd I
- ik zal blussen
 - jij zult blussen
 - hij/zij/het zal blussen
 - wij zullen blussen
 - jullie zullen blussen
 - zij zullen blussen
 
Futuro anteriore
- io avrò spento
 - tu avrai spento
 - lui/lei/Lei avrà spento
 - noi avremo spento
 - voi/Voi avrete spento
 - loro/Loro avranno spento
 
Toekomende tijd II
- ik zal geblust hebben
 - jij zult geblust hebben
 - hij/zij/het zal geblust hebben
 - wij zullen geblust hebben
 - jullie zullen geblust hebben
 - zij zullen geblust hebben
 
Condizionale presente
- io spegnerei
 - tu spegneresti
 - lui/lei/Lei spegnerebbe
 - noi spegneremmo
 - voi/Voi spegnereste
 - loro/Loro spegnerebbero
 
Conditionalis I
- ik zou blussen
 - jij zou blussen
 - hij/zij/het zou blussen
 - wij zouden blussen
 - jullie zouden blussen
 - zij zouden blussen
 
Condizionale passato
- io avrei spento
 - tu avresti spento
 - lui/lei/Lei avrebbe spento
 - noi avremmo spento
 - voi/Voi avreste spento
 - loro/Loro avrebbero spento
 
Conditionalis II
- ik zou hebben geblust
 - jij zou hebben geblust
 - hij/zij/het zou hebben geblust
 - wij zouden hebben geblust
 - jullie zouden hebben geblust
 - zij zouden hebben geblust
 
Imperativo
- tu spegni
 - voi/Voi spegnete
 
Imperatief
- jij blus
 - jullie blust