Vervoeging van aanflitsen

Onbepaalde wijs (infinitief): aanflitsen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het flitst aan
    • zij flitsen aan
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het flitste aan
    • zij flitsten aan
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is aangeflitst
    • zij zijn aangeflitst
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was aangeflitst
    • zij waren aangeflitst
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal aanflitsen
    • zij zult aanflitsen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal aangeflitst zijn
    • zij zult aangeflitst zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal aanflitsen
    • zij zullen aanflitsen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn aangeflitst
    • zij zullen zijn aangeflitst

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van aanflitsen