Vervoeging van aanvaarden
Onbepaalde wijs (infinitief): aanvaarden
				
				Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik aanvaard
 - jij aanvaardt
 - hij/zij/het aanvaardt
 - wij aanvaarden
 - jullie aanvaarden
 - zij aanvaarden
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik aanvaardde
 - jij aanvaardde
 - hij/zij/het aanvaardde
 - wij aanvaardden
 - jullie aanvaardden
 - zij aanvaardden
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aanvaard
 - jij hebt aanvaard
 - hij/zij/het heeft aanvaard
 - wij hebben aanvaard
 - jullie hebben aanvaard
 - zij hebben aanvaard
 
Voltooid verleden tijd
- ik had aanvaard
 - jij had aanvaard
 - hij/zij/het had aanvaard
 - wij hadden aanvaard
 - jullie hadden aanvaard
 - zij hadden aanvaard
 
Toekomende tijd I
- ik zal aanvaarden
 - jij zult aanvaarden
 - hij/zij/het zal aanvaarden
 - wij zullen aanvaarden
 - jullie zullen aanvaarden
 - zij zullen aanvaarden
 
Toekomende tijd II
- ik zal aanvaard hebben
 - jij zult aanvaard hebben
 - hij/zij/het zal aanvaard hebben
 - wij zullen aanvaard hebben
 - jullie zullen aanvaard hebben
 - zij zullen aanvaard hebben
 
Conditionalis I
- ik zou aanvaarden
 - jij zou aanvaarden
 - hij/zij/het zou aanvaarden
 - wij zouden aanvaarden
 - jullie zouden aanvaarden
 - zij zouden aanvaarden
 
Conditionalis II
- ik zou hebben aanvaard
 - jij zou hebben aanvaard
 - hij/zij/het zou hebben aanvaard
 - wij zouden hebben aanvaard
 - jullie zouden hebben aanvaard
 - zij zouden hebben aanvaard
 
Imperatief
- jij aanvaard
 - jullie aanvaardt