Vervoeging van achterovervallen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik val achterover
- jij valt achterover
- hij/zij/het valt achterover
- wij vallen achterover
- jullie vallen achterover
- zij vallen achterover
Onvoltooid verleden tijd
- ik viel achterover
- jij viel achterover
- hij/zij/het viel achterover
- wij vielen achterover
- jullie vielen achterover
- zij vielen achterover
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben achterovergevallen
- jij bent achterovergevallen
- hij/zij/het is achterovergevallen
- wij zijn achterovergevallen
- jullie zijn achterovergevallen
- zij zijn achterovergevallen
Voltooid verleden tijd
- ik was achterovergevallen
- jij was achterovergevallen
- hij/zij/het was achterovergevallen
- wij waren achterovergevallen
- jullie waren achterovergevallen
- zij waren achterovergevallen
Toekomende tijd I
- ik zal achterovervallen
- jij zult achterovervallen
- hij/zij/het zal achterovervallen
- wij zullen achterovervallen
- jullie zullen achterovervallen
- zij zullen achterovervallen
Toekomende tijd II
- ik zal achterovergevallen zijn
- jij zult achterovergevallen zijn
- hij/zij/het zal achterovergevallen zijn
- wij zullen achterovergevallen zijn
- jullie zullen achterovergevallen zijn
- zij zullen achterovergevallen zijn
Conditionalis I
- ik zou achterovervallen
- jij zou achterovervallen
- hij/zij/het zou achterovervallen
- wij zouden achterovervallen
- jullie zouden achterovervallen
- zij zouden achterovervallen
Conditionalis II
- ik zou zijn achterovergevallen
- jij zou zijn achterovergevallen
- hij/zij/het zou zijn achterovergevallen
- wij zouden zijn achterovergevallen
- jullie zouden zijn achterovergevallen
- zij zouden zijn achterovergevallen
Imperatief
- jij val achterover
- jullie valt achterover