Vervoeging van adoniseren

Onbepaalde wijs (infinitief): adoniseren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik adoniseer
    • jij adoniseert
    • hij/zij/het adoniseert
    • wij adoniseren
    • jullie adoniseren
    • zij adoniseren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik adoniseerde
    • jij adoniseerde
    • hij/zij/het adoniseerde
    • wij adoniseerden
    • jullie adoniseerden
    • zij adoniseerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geadoniseerd
    • jij hebt geadoniseerd
    • hij/zij/het heeft geadoniseerd
    • wij hebben geadoniseerd
    • jullie hebben geadoniseerd
    • zij hebben geadoniseerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geadoniseerd
    • jij had geadoniseerd
    • hij/zij/het had geadoniseerd
    • wij hadden geadoniseerd
    • jullie hadden geadoniseerd
    • zij hadden geadoniseerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal adoniseren
    • jij zult adoniseren
    • hij/zij/het zal adoniseren
    • wij zullen adoniseren
    • jullie zullen adoniseren
    • zij zullen adoniseren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geadoniseerd hebben
    • jij zult geadoniseerd hebben
    • hij/zij/het zal geadoniseerd hebben
    • wij zullen geadoniseerd hebben
    • jullie zullen geadoniseerd hebben
    • zij zullen geadoniseerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou adoniseren
    • jij zou adoniseren
    • hij/zij/het zou adoniseren
    • wij zouden adoniseren
    • jullie zouden adoniseren
    • zij zouden adoniseren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geadoniseerd
    • jij zou hebben geadoniseerd
    • hij/zij/het zou hebben geadoniseerd
    • wij zouden hebben geadoniseerd
    • jullie zouden hebben geadoniseerd
    • zij zouden hebben geadoniseerd
  • Imperatief

    • jij adoniseer
    • jullie adoniseert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van adoniseren