Vervoeging van bedruppelen
Onbepaalde wijs (infinitief): bedruppelen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bedruppel
- jij bedruppelt
- hij/zij/het bedruppelt
- wij bedruppelen
- jullie bedruppelen
- zij bedruppelen
Onvoltooid verleden tijd
- ik bedruppelde
- jij bedruppelde
- hij/zij/het bedruppelde
- wij bedruppelden
- jullie bedruppelden
- zij bedruppelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bedruppeld
- jij hebt bedruppeld
- hij/zij/het heeft bedruppeld
- wij hebben bedruppeld
- jullie hebben bedruppeld
- zij hebben bedruppeld
Voltooid verleden tijd
- ik had bedruppeld
- jij had bedruppeld
- hij/zij/het had bedruppeld
- wij hadden bedruppeld
- jullie hadden bedruppeld
- zij hadden bedruppeld
Toekomende tijd I
- ik zal bedruppelen
- jij zult bedruppelen
- hij/zij/het zal bedruppelen
- wij zullen bedruppelen
- jullie zullen bedruppelen
- zij zullen bedruppelen
Toekomende tijd II
- ik zal bedruppeld hebben
- jij zult bedruppeld hebben
- hij/zij/het zal bedruppeld hebben
- wij zullen bedruppeld hebben
- jullie zullen bedruppeld hebben
- zij zullen bedruppeld hebben
Conditionalis I
- ik zou bedruppelen
- jij zou bedruppelen
- hij/zij/het zou bedruppelen
- wij zouden bedruppelen
- jullie zouden bedruppelen
- zij zouden bedruppelen
Conditionalis II
- ik zou hebben bedruppeld
- jij zou hebben bedruppeld
- hij/zij/het zou hebben bedruppeld
- wij zouden hebben bedruppeld
- jullie zouden hebben bedruppeld
- zij zouden hebben bedruppeld
Imperatief
- jij bedruppel
- jullie bedruppelt