Vervoeging van binnenstomen

Onbepaalde wijs (infinitief): binnenstomen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het stoomt binnen
    • zij stomen binnen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het stoomde binnen
    • zij stoomden binnen
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is binnengestoomd
    • zij zijn binnengestoomd
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was binnengestoomd
    • zij waren binnengestoomd
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal binnenstomen
    • zij zult binnenstomen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal binnengestoomd zijn
    • zij zult binnengestoomd zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal binnenstomen
    • zij zullen binnenstomen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn binnengestoomd
    • zij zullen zijn binnengestoomd