Vervoeging van doodhongeren

Onbepaalde wijs (infinitief): doodhongeren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik honger dood
    • jij hongert dood
    • hij/zij/het hongert dood
    • wij hongeren dood
    • jullie hongeren dood
    • zij hongeren dood
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik hongerde dood
    • jij hongerde dood
    • hij/zij/het hongerde dood
    • wij hongerden dood
    • jullie hongerden dood
    • zij hongerden dood
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb doodgehongerd
    • jij hebt doodgehongerd
    • hij/zij/het heeft doodgehongerd
    • wij hebben doodgehongerd
    • jullie hebben doodgehongerd
    • zij hebben doodgehongerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had doodgehongerd
    • jij had doodgehongerd
    • hij/zij/het had doodgehongerd
    • wij hadden doodgehongerd
    • jullie hadden doodgehongerd
    • zij hadden doodgehongerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal doodhongeren
    • jij zult doodhongeren
    • hij/zij/het zal doodhongeren
    • wij zullen doodhongeren
    • jullie zullen doodhongeren
    • zij zullen doodhongeren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal doodgehongerd hebben
    • jij zult doodgehongerd hebben
    • hij/zij/het zal doodgehongerd hebben
    • wij zullen doodgehongerd hebben
    • jullie zullen doodgehongerd hebben
    • zij zullen doodgehongerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou doodhongeren
    • jij zou doodhongeren
    • hij/zij/het zou doodhongeren
    • wij zouden doodhongeren
    • jullie zouden doodhongeren
    • zij zouden doodhongeren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben doodgehongerd
    • jij zou hebben doodgehongerd
    • hij/zij/het zou hebben doodgehongerd
    • wij zouden hebben doodgehongerd
    • jullie zouden hebben doodgehongerd
    • zij zouden hebben doodgehongerd
  • Imperatief

    • jij honger dood
    • jullie hongert dood

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van doodhongeren