Vervoeging van elektrokuteren

Onbepaalde wijs (infinitief): elektrokuteren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik elektrokuteer
    • jij elektrokuteert
    • hij/zij/het elektrokuteert
    • wij elektrokuteren
    • jullie elektrokuteren
    • zij elektrokuteren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik elektrokuteerde
    • jij elektrokuteerde
    • hij/zij/het elektrokuteerde
    • wij elektrokuteerden
    • jullie elektrokuteerden
    • zij elektrokuteerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geëlektrokuteerd
    • jij hebt geëlektrokuteerd
    • hij/zij/het heeft geëlektrokuteerd
    • wij hebben geëlektrokuteerd
    • jullie hebben geëlektrokuteerd
    • zij hebben geëlektrokuteerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geëlektrokuteerd
    • jij had geëlektrokuteerd
    • hij/zij/het had geëlektrokuteerd
    • wij hadden geëlektrokuteerd
    • jullie hadden geëlektrokuteerd
    • zij hadden geëlektrokuteerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal elektrokuteren
    • jij zult elektrokuteren
    • hij/zij/het zal elektrokuteren
    • wij zullen elektrokuteren
    • jullie zullen elektrokuteren
    • zij zullen elektrokuteren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geëlektrokuteerd hebben
    • jij zult geëlektrokuteerd hebben
    • hij/zij/het zal geëlektrokuteerd hebben
    • wij zullen geëlektrokuteerd hebben
    • jullie zullen geëlektrokuteerd hebben
    • zij zullen geëlektrokuteerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou elektrokuteren
    • jij zou elektrokuteren
    • hij/zij/het zou elektrokuteren
    • wij zouden elektrokuteren
    • jullie zouden elektrokuteren
    • zij zouden elektrokuteren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geëlektrokuteerd
    • jij zou hebben geëlektrokuteerd
    • hij/zij/het zou hebben geëlektrokuteerd
    • wij zouden hebben geëlektrokuteerd
    • jullie zouden hebben geëlektrokuteerd
    • zij zouden hebben geëlektrokuteerd
  • Imperatief

    • jij elektrokuteer
    • jullie elektrokuteert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van elektrokuteren