Vervoeging van emotioneren
Onbepaalde wijs (infinitief): emotioneren
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik emotioneer
- jij emotioneert
- hij/zij/het emotioneert
- wij emotioneren
- jullie emotioneren
- zij emotioneren
Onvoltooid verleden tijd
- ik emotioneerde
- jij emotioneerde
- hij/zij/het emotioneerde
- wij emotioneerden
- jullie emotioneerden
- zij emotioneerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geëmotioneerd
- jij hebt geëmotioneerd
- hij/zij/het heeft geëmotioneerd
- wij hebben geëmotioneerd
- jullie hebben geëmotioneerd
- zij hebben geëmotioneerd
Voltooid verleden tijd
- ik had geëmotioneerd
- jij had geëmotioneerd
- hij/zij/het had geëmotioneerd
- wij hadden geëmotioneerd
- jullie hadden geëmotioneerd
- zij hadden geëmotioneerd
Toekomende tijd I
- ik zal emotioneren
- jij zult emotioneren
- hij/zij/het zal emotioneren
- wij zullen emotioneren
- jullie zullen emotioneren
- zij zullen emotioneren
Toekomende tijd II
- ik zal geëmotioneerd hebben
- jij zult geëmotioneerd hebben
- hij/zij/het zal geëmotioneerd hebben
- wij zullen geëmotioneerd hebben
- jullie zullen geëmotioneerd hebben
- zij zullen geëmotioneerd hebben
Conditionalis I
- ik zou emotioneren
- jij zou emotioneren
- hij/zij/het zou emotioneren
- wij zouden emotioneren
- jullie zouden emotioneren
- zij zouden emotioneren
Conditionalis II
- ik zou hebben geëmotioneerd
- jij zou hebben geëmotioneerd
- hij/zij/het zou hebben geëmotioneerd
- wij zouden hebben geëmotioneerd
- jullie zouden hebben geëmotioneerd
- zij zouden hebben geëmotioneerd
Imperatief
- jij emotioneer
- jullie emotioneert