Vervoeging van fineren
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik fineer
 - jij fineert
 - hij/zij/het fineert
 - wij fineren
 - jullie fineren
 - zij fineren
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik fineerde
 - jij fineerde
 - hij/zij/het fineerde
 - wij fineerden
 - jullie fineerden
 - zij fineerden
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gefineerd
 - jij hebt gefineerd
 - hij/zij/het heeft gefineerd
 - wij hebben gefineerd
 - jullie hebben gefineerd
 - zij hebben gefineerd
 
Voltooid verleden tijd
- ik had gefineerd
 - jij had gefineerd
 - hij/zij/het had gefineerd
 - wij hadden gefineerd
 - jullie hadden gefineerd
 - zij hadden gefineerd
 
Toekomende tijd I
- ik zal fineren
 - jij zult fineren
 - hij/zij/het zal fineren
 - wij zullen fineren
 - jullie zullen fineren
 - zij zullen fineren
 
Toekomende tijd II
- ik zal gefineerd hebben
 - jij zult gefineerd hebben
 - hij/zij/het zal gefineerd hebben
 - wij zullen gefineerd hebben
 - jullie zullen gefineerd hebben
 - zij zullen gefineerd hebben
 
Conditionalis I
- ik zou fineren
 - jij zou fineren
 - hij/zij/het zou fineren
 - wij zouden fineren
 - jullie zouden fineren
 - zij zouden fineren
 
Conditionalis II
- ik zou hebben gefineerd
 - jij zou hebben gefineerd
 - hij/zij/het zou hebben gefineerd
 - wij zouden hebben gefineerd
 - jullie zouden hebben gefineerd
 - zij zouden hebben gefineerd
 
Imperatief
- jij fineer
 - jullie fineert