Vervoeging van gespen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik gesp
 - jij gespt
 - hij/zij/het gespt
 - wij gespen
 - jullie gespen
 - zij gespen
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik gespte
 - jij gespte
 - hij/zij/het gespte
 - wij gespten
 - jullie gespten
 - zij gespten
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gegespt
 - jij hebt gegespt
 - hij/zij/het heeft gegespt
 - wij hebben gegespt
 - jullie hebben gegespt
 - zij hebben gegespt
 
Voltooid verleden tijd
- ik had gegespt
 - jij had gegespt
 - hij/zij/het had gegespt
 - wij hadden gegespt
 - jullie hadden gegespt
 - zij hadden gegespt
 
Toekomende tijd I
- ik zal gespen
 - jij zult gespen
 - hij/zij/het zal gespen
 - wij zullen gespen
 - jullie zullen gespen
 - zij zullen gespen
 
Toekomende tijd II
- ik zal gegespt hebben
 - jij zult gegespt hebben
 - hij/zij/het zal gegespt hebben
 - wij zullen gegespt hebben
 - jullie zullen gegespt hebben
 - zij zullen gegespt hebben
 
Conditionalis I
- ik zou gespen
 - jij zou gespen
 - hij/zij/het zou gespen
 - wij zouden gespen
 - jullie zouden gespen
 - zij zouden gespen
 
Conditionalis II
- ik zou hebben gegespt
 - jij zou hebben gegespt
 - hij/zij/het zou hebben gegespt
 - wij zouden hebben gegespt
 - jullie zouden hebben gegespt
 - zij zouden hebben gegespt
 
Imperatief
- jij gesp
 - jullie gespt