Vervoeging van graveren
Onbepaalde wijs (infinitief): graveren
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik graveer
- jij graveert
- hij/zij/het graveert
- wij graveren
- jullie graveren
- zij graveren
Onvoltooid verleden tijd
- ik graveerde
- jij graveerde
- hij/zij/het graveerde
- wij graveerden
- jullie graveerden
- zij graveerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gegraveerd
- jij hebt gegraveerd
- hij/zij/het heeft gegraveerd
- wij hebben gegraveerd
- jullie hebben gegraveerd
- zij hebben gegraveerd
Voltooid verleden tijd
- ik had gegraveerd
- jij had gegraveerd
- hij/zij/het had gegraveerd
- wij hadden gegraveerd
- jullie hadden gegraveerd
- zij hadden gegraveerd
Toekomende tijd I
- ik zal graveren
- jij zult graveren
- hij/zij/het zal graveren
- wij zullen graveren
- jullie zullen graveren
- zij zullen graveren
Toekomende tijd II
- ik zal gegraveerd hebben
- jij zult gegraveerd hebben
- hij/zij/het zal gegraveerd hebben
- wij zullen gegraveerd hebben
- jullie zullen gegraveerd hebben
- zij zullen gegraveerd hebben
Conditionalis I
- ik zou graveren
- jij zou graveren
- hij/zij/het zou graveren
- wij zouden graveren
- jullie zouden graveren
- zij zouden graveren
Conditionalis II
- ik zou hebben gegraveerd
- jij zou hebben gegraveerd
- hij/zij/het zou hebben gegraveerd
- wij zouden hebben gegraveerd
- jullie zouden hebben gegraveerd
- zij zouden hebben gegraveerd
Imperatief
- jij graveer
- jullie graveert