Vervoeging van gruwelen
Onbepaalde wijs (infinitief): gruwelen
				
				Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik gruwel
 - jij gruwelt
 - hij/zij/het gruwelt
 - wij gruwelen
 - jullie gruwelen
 - zij gruwelen
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik gruwelde
 - jij gruwelde
 - hij/zij/het gruwelde
 - wij gruwelden
 - jullie gruwelden
 - zij gruwelden
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gegruweld
 - jij hebt gegruweld
 - hij/zij/het heeft gegruweld
 - wij hebben gegruweld
 - jullie hebben gegruweld
 - zij hebben gegruweld
 
Voltooid verleden tijd
- ik had gegruweld
 - jij had gegruweld
 - hij/zij/het had gegruweld
 - wij hadden gegruweld
 - jullie hadden gegruweld
 - zij hadden gegruweld
 
Toekomende tijd I
- ik zal gruwelen
 - jij zult gruwelen
 - hij/zij/het zal gruwelen
 - wij zullen gruwelen
 - jullie zullen gruwelen
 - zij zullen gruwelen
 
Toekomende tijd II
- ik zal gegruweld hebben
 - jij zult gegruweld hebben
 - hij/zij/het zal gegruweld hebben
 - wij zullen gegruweld hebben
 - jullie zullen gegruweld hebben
 - zij zullen gegruweld hebben
 
Conditionalis I
- ik zou gruwelen
 - jij zou gruwelen
 - hij/zij/het zou gruwelen
 - wij zouden gruwelen
 - jullie zouden gruwelen
 - zij zouden gruwelen
 
Conditionalis II
- ik zou hebben gegruweld
 - jij zou hebben gegruweld
 - hij/zij/het zou hebben gegruweld
 - wij zouden hebben gegruweld
 - jullie zouden hebben gegruweld
 - zij zouden hebben gegruweld
 
Imperatief
- jij gruwel
 - jullie gruwelt