Vervoeging van hinniken

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het hinnikt
    • zij hinniken
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het hinnikte
    • zij hinnikten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft gehinnikt
    • zij hebben gehinnikt
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had gehinnikt
    • zij hadden gehinnikt
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal hinniken
    • zij zult hinniken
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal gehinnikt hebben
    • zij zult gehinnikt hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal hinniken
    • zij zullen hinniken
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben gehinnikt
    • zij zullen hebben gehinnikt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van hinniken