Vervoeging van incorporeren
Onbepaalde wijs (infinitief): incorporeren
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik incorporeer
- jij incorporeert
- hij/zij/het incorporeert
- wij incorporeren
- jullie incorporeren
- zij incorporeren
Onvoltooid verleden tijd
- ik incorporeerde
- jij incorporeerde
- hij/zij/het incorporeerde
- wij incorporeerden
- jullie incorporeerden
- zij incorporeerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geïncorporeerd
- jij hebt geïncorporeerd
- hij/zij/het heeft geïncorporeerd
- wij hebben geïncorporeerd
- jullie hebben geïncorporeerd
- zij hebben geïncorporeerd
Voltooid verleden tijd
- ik had geïncorporeerd
- jij had geïncorporeerd
- hij/zij/het had geïncorporeerd
- wij hadden geïncorporeerd
- jullie hadden geïncorporeerd
- zij hadden geïncorporeerd
Toekomende tijd I
- ik zal incorporeren
- jij zult incorporeren
- hij/zij/het zal incorporeren
- wij zullen incorporeren
- jullie zullen incorporeren
- zij zullen incorporeren
Toekomende tijd II
- ik zal geïncorporeerd hebben
- jij zult geïncorporeerd hebben
- hij/zij/het zal geïncorporeerd hebben
- wij zullen geïncorporeerd hebben
- jullie zullen geïncorporeerd hebben
- zij zullen geïncorporeerd hebben
Conditionalis I
- ik zou incorporeren
- jij zou incorporeren
- hij/zij/het zou incorporeren
- wij zouden incorporeren
- jullie zouden incorporeren
- zij zouden incorporeren
Conditionalis II
- ik zou hebben geïncorporeerd
- jij zou hebben geïncorporeerd
- hij/zij/het zou hebben geïncorporeerd
- wij zouden hebben geïncorporeerd
- jullie zouden hebben geïncorporeerd
- zij zouden hebben geïncorporeerd
Imperatief
- jij incorporeer
- jullie incorporeert