Vervoeging van kosten

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het kost
    • zij kosten
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het kostte
    • zij kostten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft gekost
    • zij hebben gekost
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had gekost
    • zij hadden gekost
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal kosten
    • zij zult kosten
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal gekost hebben
    • zij zult gekost hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal kosten
    • zij zullen kosten
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben gekost
    • zij zullen hebben gekost

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van kosten