Vervoeging van kwispelen
Onbepaalde wijs (infinitief): kwispelen
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het kwispelt
- zij kwispelen
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het kwispelde
- zij kwispelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gekwispeld
- zij hebben gekwispeld
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gekwispeld
- zij hadden gekwispeld
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal kwispelen
- zij zult kwispelen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gekwispeld hebben
- zij zult gekwispeld hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal kwispelen
- zij zullen kwispelen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gekwispeld
- zij zullen hebben gekwispeld