Vervoeging van meestrijden

Onbepaalde wijs (infinitief): meestrijden

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik strijd mee
    • jij strijdt mee
    • hij/zij/het strijdt mee
    • wij strijden mee
    • jullie strijden mee
    • zij strijden mee
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik streed mee
    • jij streed mee
    • hij/zij/het streed mee
    • wij streden mee
    • jullie streden mee
    • zij streden mee
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb meegestreden
    • jij hebt meegestreden
    • hij/zij/het heeft meegestreden
    • wij hebben meegestreden
    • jullie hebben meegestreden
    • zij hebben meegestreden
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had meegestreden
    • jij had meegestreden
    • hij/zij/het had meegestreden
    • wij hadden meegestreden
    • jullie hadden meegestreden
    • zij hadden meegestreden
  • Toekomende tijd I

    • ik zal meestrijden
    • jij zult meestrijden
    • hij/zij/het zal meestrijden
    • wij zullen meestrijden
    • jullie zullen meestrijden
    • zij zullen meestrijden
  • Toekomende tijd II

    • ik zal meegestreden hebben
    • jij zult meegestreden hebben
    • hij/zij/het zal meegestreden hebben
    • wij zullen meegestreden hebben
    • jullie zullen meegestreden hebben
    • zij zullen meegestreden hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou meestrijden
    • jij zou meestrijden
    • hij/zij/het zou meestrijden
    • wij zouden meestrijden
    • jullie zouden meestrijden
    • zij zouden meestrijden
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben meegestreden
    • jij zou hebben meegestreden
    • hij/zij/het zou hebben meegestreden
    • wij zouden hebben meegestreden
    • jullie zouden hebben meegestreden
    • zij zouden hebben meegestreden
  • Imperatief

    • jij strijd mee
    • jullie strijdt mee

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van meestrijden