Vervoeging van meezuigen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het zuigt mee
    • zij zuigen mee
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het zoog mee
    • zij zogen mee
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft meegezogen
    • zij hebben meegezogen
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had meegezogen
    • zij hadden meegezogen
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal meezuigen
    • zij zult meezuigen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal meegezogen hebben
    • zij zult meegezogen hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal meezuigen
    • zij zullen meezuigen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben meegezogen
    • zij zullen hebben meegezogen