Vervoeging van omversmijten
Onbepaalde wijs (infinitief): omversmijten
				
				Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik smijt omver
 - jij smijt omver
 - hij/zij/het smijt omver
 - wij smijten omver
 - jullie smijten omver
 - zij smijten omver
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik smeet omver
 - jij smeet omver
 - hij/zij/het smeet omver
 - wij smeten omver
 - jullie smeten omver
 - zij smeten omver
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omvergesmeten
 - jij hebt omvergesmeten
 - hij/zij/het heeft omvergesmeten
 - wij hebben omvergesmeten
 - jullie hebben omvergesmeten
 - zij hebben omvergesmeten
 
Voltooid verleden tijd
- ik had omvergesmeten
 - jij had omvergesmeten
 - hij/zij/het had omvergesmeten
 - wij hadden omvergesmeten
 - jullie hadden omvergesmeten
 - zij hadden omvergesmeten
 
Toekomende tijd I
- ik zal omversmijten
 - jij zult omversmijten
 - hij/zij/het zal omversmijten
 - wij zullen omversmijten
 - jullie zullen omversmijten
 - zij zullen omversmijten
 
Toekomende tijd II
- ik zal omvergesmeten hebben
 - jij zult omvergesmeten hebben
 - hij/zij/het zal omvergesmeten hebben
 - wij zullen omvergesmeten hebben
 - jullie zullen omvergesmeten hebben
 - zij zullen omvergesmeten hebben
 
Conditionalis I
- ik zou omversmijten
 - jij zou omversmijten
 - hij/zij/het zou omversmijten
 - wij zouden omversmijten
 - jullie zouden omversmijten
 - zij zouden omversmijten
 
Conditionalis II
- ik zou hebben omvergesmeten
 - jij zou hebben omvergesmeten
 - hij/zij/het zou hebben omvergesmeten
 - wij zouden hebben omvergesmeten
 - jullie zouden hebben omvergesmeten
 - zij zouden hebben omvergesmeten
 
Imperatief
- jij smijt omver
 - jullie smijt omver