Vervoeging van omvertrekken
Onbepaalde wijs (infinitief): omvertrekken
				
				Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik trek omver
 - jij trekt omver
 - hij/zij/het trekt omver
 - wij trekken omver
 - jullie trekken omver
 - zij trekken omver
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik trok omver
 - jij trok omver
 - hij/zij/het trok omver
 - wij trokken omver
 - jullie trokken omver
 - zij trokken omver
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omvergetrokken
 - jij hebt omvergetrokken
 - hij/zij/het heeft omvergetrokken
 - wij hebben omvergetrokken
 - jullie hebben omvergetrokken
 - zij hebben omvergetrokken
 
Voltooid verleden tijd
- ik had omvergetrokken
 - jij had omvergetrokken
 - hij/zij/het had omvergetrokken
 - wij hadden omvergetrokken
 - jullie hadden omvergetrokken
 - zij hadden omvergetrokken
 
Toekomende tijd I
- ik zal omvertrekken
 - jij zult omvertrekken
 - hij/zij/het zal omvertrekken
 - wij zullen omvertrekken
 - jullie zullen omvertrekken
 - zij zullen omvertrekken
 
Toekomende tijd II
- ik zal omvergetrokken hebben
 - jij zult omvergetrokken hebben
 - hij/zij/het zal omvergetrokken hebben
 - wij zullen omvergetrokken hebben
 - jullie zullen omvergetrokken hebben
 - zij zullen omvergetrokken hebben
 
Conditionalis I
- ik zou omvertrekken
 - jij zou omvertrekken
 - hij/zij/het zou omvertrekken
 - wij zouden omvertrekken
 - jullie zouden omvertrekken
 - zij zouden omvertrekken
 
Conditionalis II
- ik zou hebben omvergetrokken
 - jij zou hebben omvergetrokken
 - hij/zij/het zou hebben omvergetrokken
 - wij zouden hebben omvergetrokken
 - jullie zouden hebben omvergetrokken
 - zij zouden hebben omvergetrokken
 
Imperatief
- jij trek omver
 - jullie trekt omver