Vervoeging van oppeuzelen
Onbepaalde wijs (infinitief): oppeuzelen
				
				Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
- Onvoltooid tegenwoordige tijd- ik peuzel op
- jij peuzelt op
- hij/zij/het peuzelt op
- wij peuzelen op
- jullie peuzelen op
- zij peuzelen op
 
- Onvoltooid verleden tijd- ik peuzelde op
- jij peuzelde op
- hij/zij/het peuzelde op
- wij peuzelden op
- jullie peuzelden op
- zij peuzelden op
 
- Voltooid tegenwoordige tijd- ik heb opgepeuzeld
- jij hebt opgepeuzeld
- hij/zij/het heeft opgepeuzeld
- wij hebben opgepeuzeld
- jullie hebben opgepeuzeld
- zij hebben opgepeuzeld
 
- Voltooid verleden tijd- ik had opgepeuzeld
- jij had opgepeuzeld
- hij/zij/het had opgepeuzeld
- wij hadden opgepeuzeld
- jullie hadden opgepeuzeld
- zij hadden opgepeuzeld
 
- Toekomende tijd I- ik zal oppeuzelen
- jij zult oppeuzelen
- hij/zij/het zal oppeuzelen
- wij zullen oppeuzelen
- jullie zullen oppeuzelen
- zij zullen oppeuzelen
 
- Toekomende tijd II- ik zal opgepeuzeld hebben
- jij zult opgepeuzeld hebben
- hij/zij/het zal opgepeuzeld hebben
- wij zullen opgepeuzeld hebben
- jullie zullen opgepeuzeld hebben
- zij zullen opgepeuzeld hebben
 
- Conditionalis I- ik zou oppeuzelen
- jij zou oppeuzelen
- hij/zij/het zou oppeuzelen
- wij zouden oppeuzelen
- jullie zouden oppeuzelen
- zij zouden oppeuzelen
 
- Conditionalis II- ik zou hebben opgepeuzeld
- jij zou hebben opgepeuzeld
- hij/zij/het zou hebben opgepeuzeld
- wij zouden hebben opgepeuzeld
- jullie zouden hebben opgepeuzeld
- zij zouden hebben opgepeuzeld
 
- Imperatief- jij peuzel op
- jullie peuzelt op