Vervoeging van opstomen
Onbepaalde wijs (infinitief): opstomen
				
				Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stoom op
 - jij stoomt op
 - hij/zij/het stoomt op
 - wij stomen op
 - jullie stomen op
 - zij stomen op
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik stoomde op
 - jij stoomde op
 - hij/zij/het stoomde op
 - wij stoomden op
 - jullie stoomden op
 - zij stoomden op
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben opgestoomd
 - jij bent opgestoomd
 - hij/zij/het is opgestoomd
 - wij zijn opgestoomd
 - jullie zijn opgestoomd
 - zij zijn opgestoomd
 
Voltooid verleden tijd
- ik was opgestoomd
 - jij was opgestoomd
 - hij/zij/het was opgestoomd
 - wij waren opgestoomd
 - jullie waren opgestoomd
 - zij waren opgestoomd
 
Toekomende tijd I
- ik zal opstomen
 - jij zult opstomen
 - hij/zij/het zal opstomen
 - wij zullen opstomen
 - jullie zullen opstomen
 - zij zullen opstomen
 
Toekomende tijd II
- ik zal opgestoomd zijn
 - jij zult opgestoomd zijn
 - hij/zij/het zal opgestoomd zijn
 - wij zullen opgestoomd zijn
 - jullie zullen opgestoomd zijn
 - zij zullen opgestoomd zijn
 
Conditionalis I
- ik zou opstomen
 - jij zou opstomen
 - hij/zij/het zou opstomen
 - wij zouden opstomen
 - jullie zouden opstomen
 - zij zouden opstomen
 
Conditionalis II
- ik zou zijn opgestoomd
 - jij zou zijn opgestoomd
 - hij/zij/het zou zijn opgestoomd
 - wij zouden zijn opgestoomd
 - jullie zouden zijn opgestoomd
 - zij zouden zijn opgestoomd
 
Imperatief
- jij stoom op
 - jullie stoomt op