Vervoeging van opveren

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik veer op
    • jij veert op
    • hij/zij/het veert op
    • wij veren op
    • jullie veren op
    • zij veren op
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik veerde op
    • jij veerde op
    • hij/zij/het veerde op
    • wij veerden op
    • jullie veerden op
    • zij veerden op
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik ben opgeveerd
    • jij bent opgeveerd
    • hij/zij/het is opgeveerd
    • wij zijn opgeveerd
    • jullie zijn opgeveerd
    • zij zijn opgeveerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik was opgeveerd
    • jij was opgeveerd
    • hij/zij/het was opgeveerd
    • wij waren opgeveerd
    • jullie waren opgeveerd
    • zij waren opgeveerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal opveren
    • jij zult opveren
    • hij/zij/het zal opveren
    • wij zullen opveren
    • jullie zullen opveren
    • zij zullen opveren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal opgeveerd zijn
    • jij zult opgeveerd zijn
    • hij/zij/het zal opgeveerd zijn
    • wij zullen opgeveerd zijn
    • jullie zullen opgeveerd zijn
    • zij zullen opgeveerd zijn
  • Conditionalis I

    • ik zou opveren
    • jij zou opveren
    • hij/zij/het zou opveren
    • wij zouden opveren
    • jullie zouden opveren
    • zij zouden opveren
  • Conditionalis II

    • ik zou zijn opgeveerd
    • jij zou zijn opgeveerd
    • hij/zij/het zou zijn opgeveerd
    • wij zouden zijn opgeveerd
    • jullie zouden zijn opgeveerd
    • zij zouden zijn opgeveerd
  • Imperatief

    • jij veer op
    • jullie veert op

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van opveren