Vervoeging van opwaaien

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het waait op
    • zij waaien op
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het waaide op
    • zij waaiden op
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft opgewaaid
    • zij hebben opgewaaid
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had opgewaaid
    • zij hadden opgewaaid
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal opwaaien
    • zij zult opwaaien
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal opgewaaid hebben
    • zij zult opgewaaid hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal opwaaien
    • zij zullen opwaaien
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben opgewaaid
    • zij zullen hebben opgewaaid

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van opwaaien