Vervoeging van petrificeren
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het petrificeert
- zij petrificeren
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het petrificeerde
- zij petrificeerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is gepetrificeerd
- zij zijn gepetrificeerd
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was gepetrificeerd
- zij waren gepetrificeerd
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal petrificeren
- zij zult petrificeren
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gepetrificeerd zijn
- zij zult gepetrificeerd zijn
Conditionalis I
- hij/zij/het zal petrificeren
- zij zullen petrificeren
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn gepetrificeerd
- zij zullen zijn gepetrificeerd