Vervoeging van petrificeren

Onbepaalde wijs (infinitief): petrificeren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het petrificeert
    • zij petrificeren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het petrificeerde
    • zij petrificeerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is gepetrificeerd
    • zij zijn gepetrificeerd
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was gepetrificeerd
    • zij waren gepetrificeerd
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal petrificeren
    • zij zult petrificeren
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal gepetrificeerd zijn
    • zij zult gepetrificeerd zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal petrificeren
    • zij zullen petrificeren
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn gepetrificeerd
    • zij zullen zijn gepetrificeerd

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van petrificeren