Vervoeging van recenseren

Onbepaalde wijs (infinitief): recenseren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik recenseer
    • jij recenseert
    • hij/zij/het recenseert
    • wij recenseren
    • jullie recenseren
    • zij recenseren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik recenseerde
    • jij recenseerde
    • hij/zij/het recenseerde
    • wij recenseerden
    • jullie recenseerden
    • zij recenseerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gerecenseerd
    • jij hebt gerecenseerd
    • hij/zij/het heeft gerecenseerd
    • wij hebben gerecenseerd
    • jullie hebben gerecenseerd
    • zij hebben gerecenseerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gerecenseerd
    • jij had gerecenseerd
    • hij/zij/het had gerecenseerd
    • wij hadden gerecenseerd
    • jullie hadden gerecenseerd
    • zij hadden gerecenseerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal recenseren
    • jij zult recenseren
    • hij/zij/het zal recenseren
    • wij zullen recenseren
    • jullie zullen recenseren
    • zij zullen recenseren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gerecenseerd hebben
    • jij zult gerecenseerd hebben
    • hij/zij/het zal gerecenseerd hebben
    • wij zullen gerecenseerd hebben
    • jullie zullen gerecenseerd hebben
    • zij zullen gerecenseerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou recenseren
    • jij zou recenseren
    • hij/zij/het zou recenseren
    • wij zouden recenseren
    • jullie zouden recenseren
    • zij zouden recenseren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gerecenseerd
    • jij zou hebben gerecenseerd
    • hij/zij/het zou hebben gerecenseerd
    • wij zouden hebben gerecenseerd
    • jullie zouden hebben gerecenseerd
    • zij zouden hebben gerecenseerd
  • Imperatief

    • jij recenseer
    • jullie recenseert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van recenseren