Vervoeging van ridiculiseren
Onbepaalde wijs (infinitief): ridiculiseren
				
				Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ridiculiseer
 - jij ridiculiseert
 - hij/zij/het ridiculiseert
 - wij ridiculiseren
 - jullie ridiculiseren
 - zij ridiculiseren
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik ridiculiseerde
 - jij ridiculiseerde
 - hij/zij/het ridiculiseerde
 - wij ridiculiseerden
 - jullie ridiculiseerden
 - zij ridiculiseerden
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geridiculiseerd
 - jij hebt geridiculiseerd
 - hij/zij/het heeft geridiculiseerd
 - wij hebben geridiculiseerd
 - jullie hebben geridiculiseerd
 - zij hebben geridiculiseerd
 
Voltooid verleden tijd
- ik had geridiculiseerd
 - jij had geridiculiseerd
 - hij/zij/het had geridiculiseerd
 - wij hadden geridiculiseerd
 - jullie hadden geridiculiseerd
 - zij hadden geridiculiseerd
 
Toekomende tijd I
- ik zal ridiculiseren
 - jij zult ridiculiseren
 - hij/zij/het zal ridiculiseren
 - wij zullen ridiculiseren
 - jullie zullen ridiculiseren
 - zij zullen ridiculiseren
 
Toekomende tijd II
- ik zal geridiculiseerd hebben
 - jij zult geridiculiseerd hebben
 - hij/zij/het zal geridiculiseerd hebben
 - wij zullen geridiculiseerd hebben
 - jullie zullen geridiculiseerd hebben
 - zij zullen geridiculiseerd hebben
 
Conditionalis I
- ik zou ridiculiseren
 - jij zou ridiculiseren
 - hij/zij/het zou ridiculiseren
 - wij zouden ridiculiseren
 - jullie zouden ridiculiseren
 - zij zouden ridiculiseren
 
Conditionalis II
- ik zou hebben geridiculiseerd
 - jij zou hebben geridiculiseerd
 - hij/zij/het zou hebben geridiculiseerd
 - wij zouden hebben geridiculiseerd
 - jullie zouden hebben geridiculiseerd
 - zij zouden hebben geridiculiseerd
 
Imperatief
- jij ridiculiseer
 - jullie ridiculiseert